NRC - 16 januari 2007 ‘Marktwerking kan ook leiden tot verkoop van rotzooi’ Nieuwe zorginspecteur Van der Wal wil veel meer aandacht voor veiligheid patiënten Gepubliceerd: 16 januari 2007 00:00 | Gewijzigd: 22 augustus 2008 18:09 Inspecteur-generaal Gerrit van der Wal vindt dat het toezicht op de gezondheidszorg beter moet. „We gaan de instellingen net zo vaak controleren tot we verbeteringen zien.” Door onze redacteuren Antoinette Reerink Esther Rosenberg Den haag, 16 JAN. In de nieuwjaarsspeech die inspecteur-generaal Gerrit van der Wal afgelopen donderdag uitsprak voor alle medewerkers van de Inspectie voor de Gezondheidszorg, voorspelt hij dat „de tijd van vrijblijvendheid” voor zorginstellingen voorbij is. „Lijstjes, scorekaarten en sterren zullen niet meer weg te denken zijn.” Hij is ervan overtuigd dat de veiligheid van patiënten binnenkort is uit te drukken in „vermijdbare gezondheidsschade, inclusief vermijdbare doden, uitgedrukt in maat en getal.” Gerrit van der Wal vindt dat ziekenhuizen, nog meer dan nu, de resultaten van hun ingrepen openbaar moeten maken. En dat huisartsen, apothekers, verpleeg- en verzorgingshuizen ze daarin moeten volgen. „De prestatie-indicatoren voor huisartsen zijn de afgelopen tijd blijven liggen. Dat wil ik nu zeker op gaan pakken”, licht hij zijn voornemens toe. Hij pleit ook voor een klokkenluidersregeling, die het medewerkers van zorginstellingen makkelijker maakt om melding te doen van misstanden. Sinds ruim drie maanden leidt de voormalig hoogleraar Sociale Geneeskunde Van der Wal de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Honderd dagen waarin hij naar eigen zeggen „meer dan duizend stukken las” en „bijna duizend handen” heeft geschud. Van der Wal formuleert zijn antwoorden behoedzaam. Hij relativeert. De inspectie gaat niet harder ingrijpen. De inspectie gaat „meer handhaven”, zegt hij op zijn kantoor op de veertiende verdieping van het ministerie van Volksgezondheid in Den Haag. Tot voor kort gaf de inspectie een waarschuwing als de zorg, of de veiligheid van de patiënten te wensen over liet. De inspectie adviseerde dan hoe het beter zou moeten. „En dat was dan dat”, zegt Van der Wal. „Voortaan gaan we ondermaatse zorginstellingen na drie maanden nog eens controleren en daarna weer, tot wij onze zin krijgen en ook echt verbeteringen zien.” Sinds deze week zet de inspectie ook alle instellingen die slecht presteren met naam en toenaam op haar website. Het toezicht van de inspectie op de zorg schiet tekort, erkent Van der Wal. „Onze inspecteurs zijn al een aantal jaren niet meer naar instellingen voor de geestelijke gezondheidszorg geweest. Maar ook het toezicht op de huisartsenzorg en de jeugdgezondheidszorg schiet tekort.” De inspecteurs staan volgens hem onder grote werkdruk. „Ze moeten met pijn in het hart werkzaamheden laten liggen.” Hij zegt dat aan de vooravond van de begrotingsbehandeling van het ministerie. Hij vindt dat het aantal inspecteurs uitgebreid zou moeten worden. De inspectie krijgt het druk. Het is ondernemers makkelijker gemaakt een kliniek op te richten. In 2005 kwamen er vijftig bij, het afgelopen jaar honderd en de inspectie moet van alle nieuwe zorginstellingen controleren of zij wel aan alle kwaliteitseisen voldoen. Van der Wal: „Zij moeten zich melden voor toelating, maar wij weten niet wanneer en óf zij dat doen. Het is een grijs gebied.” Het zijn bedrijfjes waar patiënten heen gaan voor relatief eenvoudige ingrepen, bijvoorbeeld voor het laseren van ogen. „Dat heeft nu onze prioriteit”, zegt Van der Wal. „Wij gaan langs alle ooglaser-klinieken om te kijken of zij wel aan de kwaliteitsnormen voldoen.” En dan mogen sinds dit jaar ook nog eens schoonmaakbedrijven de huishoudelijke zorg van oude en zieke mensen thuis op zich nemen. Die nieuwe situatie brengt volgens Van der Wal „extra risico’s” met zich mee. „Daar hebben we ons wel zorgen over gemaakt”, zegt Van der Wal, die ook huisarts was. „Het is logisch dat bedrijven bij openbare aanbesteding de laagste prijs bieden. Iedereen wil daarbij ook hoge kwaliteit bieden, maar dat succes is niet gegarandeerd. Dat krijgt onze speciale aandacht.” Van der Wal wil „geen paniek zaaien”, maar wil wel opmerken dat huishoudelijke verzorgers een signaleringsfunctie hebben. Als het niet goed met een zieke of hulpbehoevende bejaarde gaat, geven zij dat door. „Daarvan zijn we in de nieuwe wet niet meer zeker”, zegt hij. Nu de zorg steeds meer wordt overgelaten aan marktpartijen kan dat volgens Van der Wal tot betere zorg leiden. Maar het kan ook leiden „tot de verkoop van een hoop rotzooi”, zoals bij sommige ooglaser-klinieken. „Als verouderde apparatuur niet vernieuwd wordt, kan dat een voorbeeld zijn van slechte marktwerking.” Gerrit van der Wal is er de man niet naar om te zeggen dat hij het heel anders gaat doen dan zijn voorganger Herre Kingma. Hij noemt wat hij van zijn voorganger overneemt, de prestatie-indicatoren. „Wij gaan dat doorzetten en ons daarnaast richten ook op de patiëntveiligheid. Die twee lijnen, houd ik aan.” „Ik vind dat specialisten functioneringsgesprekken moeten gaan voeren. Daarmee kunnen we veel problemen in ziekenhuizen voorkomen. Nu komt hun functioneren nergens ter sprake. Dat is geen goede zaak. Ik weet dat ik daarmee de knuppel in het hoenderhok gooi, dat moet maar eens gebeuren.” De nieuwe inspecteur-generaal concludeert: „Ons toezicht zal meer gericht zijn op de uitkomst. Minder doorligwonden, een grotere patiëntveiligheid. Iets anders accepteren wij niet.”