Door: Michel van Dijk Een nieuwe zorgvisie - De cliënt centraal AMC de Meren heeft een nieuwe zorgvisie ontwikkeld. Deze moet de komende jaren de basis vormen voor onze zorgverlening. In de nieuwe visie staat alles in het teken van een optimale cliëntenzorg. --- basbaanders.nl - 2008 De Client Centraal Bas Baanders, directeur Zorgontwikkeling ad interim van AMC de Meren, werkt nog maar net in de organisatie. Hij is er in korte tijd in geslaagd om een nieuwe visie voor de instelling op papier te zetten. “Het spreekt vanzelf dat ik niet op geheel eigen houtje zo’n visiedocument heb kunnen schrijven. Ik kon daarvoor gelukkig rekenen op veel input vanuit de organisatie. De afgelopen weken heb ik veel gesprekken gevoerd met medewerkers en met de raad van bestuur. Bij het schrijven van de visie werkte ik voortdurend nauw samen met Willem Schermerhorn, de geneesheer-directeur. Daarnaast is er ook tijdens de voorjaarsconferentie op 21 april van dit jaar uitvoerig gesproken over de visie van de organisatie. Het is dan vervolgens mijn taak om als een soort trechter al deze ideeën en suggesties samen te voegen tot één document.” AMC de Meren had behoefte aan een nieuwe visiebeschrijving. Baanders: “Het vorige visiedocument had een looptijd tot en met 2007. Het is echter belangrijk om ook voor de komende jaren te formuleren waar we voor staan en wat onze ambities zijn. We letten er daarbij overigens op dat onze visie nauw aansluit op de afspraken die we hebben gemaakt in het kader van het fusietraject met JellinekMentrum.” Een dergelijke visie is des te meer belangrijk omdat in het huidige tijdsgewricht over het algemeen de nadruk teveel ligt op bedrijfsvoering en efficiency in de zorg. “Dat is weliswaar begrijpelijk, maar daarmee alleen krijgt de cliënt nog geen goede zorg. Daarvoor is een inhoudelijk goede visie op zorg nodig, waar we vervolgens in het zorgproces op kunnen voortbouwen. Het is dus bijzonder dat AMC de Meren ervoor kiest eerst de inhoud en kwaliteit van onze primaire zorgverlening te beschrijven, dat is het uitgangspunt, en dat we vervolgens onderzoeken hoe we dat het beste kunnen organiseren,” aldus Baanders. Sectorbijeenkomsten De visie van AMC de Meren gaat twee richtingen uit. Enerzijds vormt deze het algemene kader waar iedereen zich aan dient te houden en anderzijds gaat het om de vertaling van deze visie naar de werkvloer. “Een visie bestaat enkel uit woorden, maar wat betekent het concreet voor de wijze waarop we ons werk uitoefenen? Wat merken cliënten en medewerkers ervan? Natuurlijk is deze vertaalslag niet voor elke sector hetzelfde. De vertaling van de visie naar het werk in de forensische kliniek ziet er anders uit dan naar een meer ambulant werkende afdeling. De sectoren moeten dus ook de ruimte krijgen om de algemene visie te vertalen naar de specifieke context waarin zij werken. Vandaar dat we de afgelopen periode ook sectorbijeenkomsten georganiseerd hebben. Het aardige is dat de verschillende sectoren ieder voor zich al een visiedocument aan het beschrijven zijn. In ons visietraject proberen we daarbij aan te sluiten zodat er een finetuning ontstaat tussen de algemene visie en de deelvisies van de sectoren.” Vertrouwen “In de nieuwe visie staat de cliënt centraal. Dat uitgangspunt moet ook de gehele organisatie doordesemen,” stelt Baanders. “Ieder mens is uniek. We moeten ervoor oppassen dat we als GGz-instelling niet alleen maar naar ziekten en stoornissen kijken. Een cliënt is immers meer dan zijn stoornis. We moeten hem als een mens zien met wensen en verlangens, die ondanks zijn soms ernstige klachten recht heeft op een menswaardig bestaan. Onze visie gaat wat dat betreft uit van een holistisch wereldbeeld. Dat heeft ook consequenties voor onze behandeling. Dat betekent namelijk dat we zorg op maat behoren te bieden en dat we werken met zorgplannen die op de individuele cliënt zijn toegesneden. Onze zorg mag geen eenheidsworst zijn.” Bij het centraal stellen van de cliënt spelen begrippen als vertrouwen, emancipatie en vermaatschappelijking een cruciale rol. “Dat betekent onder meer dat onze behandeling en begeleiding erop is gericht dat mensen zo zelfstandig mogelijk vorm kunnen geven aan hun leven. De cliënt mag geen onderdeel worden van de zorginstelling, maar behoort de kans te krijgen om aan het maatschappelijk leven te kunnen blijven meedoen. Dat lukt alleen als we hem voldoende vertrouwen geven, want alleen dan kunnen mensen zich verder ontwikkelen. Ieder mens heeft sterke kanten, maar hij moet wel de kans krijgen om deze te tonen. Waarom zouden we bijvoorbeeld niet meer doen met de expertise en vaardigheden van de cliënten, net zoals we al jaren dankbaar gebruik maken van hun ervaringsdeskundigheid, bijvoorbeeld in hun contacten met andere cliënten? Mogelijk kunnen we hen ook op andere manieren aanspreken op hun kwaliteiten.” Integrale zorg In de nieuwe visie worden ook begrippen benoemd die in het vorige visiedocument al kernpunten waren maar nu nog verder uitgewerkt worden. “Dat geldt bijvoorbeeld voor diversiteit. AMC de Meren is daar goed in en dat vind je ook terug in alle geledingen van de organisatie. Werknemers zijn zich daarvan vaak niet bewust, maar het is beslist iets om trots op te zijn. Aandacht voor diversiteit is belangrijk en we willen onze opgedane kennis en expertise hieromtrent versterken en vergroten. We moeten in onze behandeling dus zoveel mogelijk aansluiten op de belevingswereld van de cliënt. Daarnaast zullen we moeten aantonen dat datgene wat we doen ook effectief is. Dat betekent dat we moeten gaan beschrijven wat we doen en dat we vervolgens meten wat daarvan de uitkomst is en wat de cliënt ervan heeft gevonden. Dat vereist een transparante houding. De maatschappij vraagt ons om verantwoording voor wat wij doen en daar moeten we antwoord op kunnen geven.” Integrale zorg is eveneens een kernbegrip in het visiedocument. “De cliënt mag geen breuk of discontinuïteit ervaren in de zorg die hij van ons ontvangt. De overgang van behandeling naar begeleid wonen moet bijvoorbeeld vlekkeloos verlopen, ook al zijn daar verschillende sectoren of andere zorginstellingen bij betrokken. Integrale zorg betekent dus ook een goede samenwerking met onze partners en met de eerste lijn, zoals met de huisarts of eerstelijnspsycholoog. We zijn onderdeel van een keten waarin de integrale zorg gewaarborgd behoort te zijn. Dat is althans waar we voor staan. Want alleen dan kunnen we de cliënt de zorg geven waar hij recht op heeft.” Willem Schermerhorn, geneesheer-directeur AMC de Meren “In het visiedocument staan intenties beschreven waar iedereen het mee eens zal zijn. Er staan dus mogelijk niet zoveel verrassende dingen in, maar het gaat er natuurlijk vooral om hoe we deze visie handen en voeten geven in ons handelen op de werkvloer. Wat dat betreft is het goed dat deze visie nu op papier staat. Dat betekent dat het voor iedereen inzichtelijk is waar we voor staan en dat we medewerkers er ook op mogen aanspreken als ze zich er niet aan houden.” “In de visie staat de cliënt centraal. Dat klinkt vanzelfsprekend, maar toch is het goed dat we ons hiervan bewust blijven. Een concreet voorbeeld. We hebben lange tijd de wens van cliënten om huisdieren te mogen houden op de afdeling tegengehouden. Je moet dan immers op de dieren letten, het gaat ten koste van de hygiëne op de afdeling enzovoort. Dat klinkt logisch, maar is het dat ook? We praten immers over kwaliteit van leven en het is bekend dat huisdieren daar een belangrijke bijdrage aan kunnen leveren. Inmiddels werken we aan initiatieven om toch huisdieren toe te laten, bijvoorbeeld bij de Intensieve Forensische Psychiatrie. Het kan het niet overal, maar waar het kan moet je het doen.” Natascha Leemans, GZ-psycholoog, Forensisch Psychiatrische Polikliniek (FPP) “Ik was aanwezig bij onze sectorbijeenkomst over het visiedocument. ‘s Ochtends spraken we over het cliëntenperspectief en ’s middags over het perspectief van de werknemers. Aan de orde kwam onder meer welke belemmeringen we zoal ervaren om de visie daadwerkelijk te kunnen vormgeven. Hoe richt je bijvoorbeeld je bedrijfsvoering zo in dat de cliënt centraal komt te staan?” “Ook was er discussie over de vraag of je volgens deze visie wel met een duaal management kunt werken, dus met een directeur zorg en een directeur bedrijfsvoering. Je zou verwachten dat de directeur zorg de eindverantwoordelijkheid draagt als de kwaliteit van de cliëntenzorg leidend behoort te zijn. Wat doe je bijvoorbeeld als er een conflict ontstaat tussen de inhoudelijk en zakelijk verantwoordelijke? Dat zijn allemaal vragen die duidelijk maken dat we nog een lange weg te gaan hebben, maar deze visie wijst ons wel welke richting we op moeten. Dat is uitstekend, al vond ik het jammer dat er bij de visiebijeenkomst geen SPV’ers of verpleegkundigen waren uitgenodigd. Deze visie is immers van iedereen.”