Elsevier - 17 mei 2006 Gezondheidszorg: Terug naar de duinen woensdag 17 mei 2006 14:17 Dagelijks fietst het team 'bemoeizorg’ van psychiatrische instelling De Meren in Amsterdam de stad in. Langs een meneer die in zijn keuken woont en al jarenlang niet in de andere kamers van zijn huis is geweest. Hij doet niet open, dus psycholoog Maarten Riesmeyer en verpleegkundige Marjon Bergtop moeten door de brievenbus kijken hoe het met hem gaat. Verder gaat het langs een man die zoveel last heeft van zijn buren – ook als ze er niet zijn – dat hij met de bezemsteel gaten in zijn plafond heeft geslagen. Langs een man die ondanks zijn middelbare leeftijd bij zijn ouders woont, hen terroriseert en zeker weet dat iemand hem steeds met een stuk hout op het hoofd slaat. Langs een mevrouw die al jaren door haar man wordt verpleegd maar langzamerhand heel agressief is geworden. Op bezoek bij een meneer die een gewoon huis heeft maar toch liever in zijn invalidenwagentje woont. Soms worden de hulpverleners slechts gedoogd, mogen ze troep opruimen en de administratie doen. Er zijn ook succesverhalen. Zoals dat van Erik, een man van 47 met een baardje, gele vingers van het roken en zachtmoedige ogen. Hij begon met drinken toen hij 10 was, zwierf over straat, veroorzaakte overlast, verkondigde in supermarkten het evangelie. Erik wilde eerst niks met de hulpverlening te maken hebben, maar besloot na veel aandringen om hulp aan te nemen. Hij is nu drie maanden van de drank af. De medicijnen voor zijn schizofrenie slaan goed aan. Erik weet precies wat er met hem aan de hand is en kan daar duidelijk en helder over praten. Hij zegt dat hij het moeilijk vond te aanvaarden dat hij een chronische ziekte heeft. Dankzij veel inspanningen en therapie is er structuur in zijn leven gekomen, al bestaat die uit het bezoeken van De Meren voor een kop koffie en een praatje. Die structuur was vanzelfsprekend in de oude psychiatrische ziekenhuizen. Maar die zijn dicht. Het Santpoortse Provinciaal Ziekenhuis (PZ) werd twintig jaar geleden gesloten. Willem Schermerhorn is psychiater en geneesheer-directeur van De Meren, werkt al sinds 1973 in de psychiatrie werkt en heeft het PZ nog meegemaakt. 'Soms,’ zegt hij 'denk ik: hadden we het maar nooit gesloten. We hebben niet goed ingeschat welke patiënten het wel en welke het niet zouden redden.’ Het PZ was een enorme instelling voor psychiatrische patiënten in de duinen van Noord-Holland. In een assortiment van gebouwen woonden daar meer dan duizend patiënten uit de hele provincie. Er waren veel meer van zulke inrichtingen in het land, want 150 jaar geleden, toen het PZ werd gesticht, was dat de humane manier van omgaan met zulke mensen. Bovendien zorgden geestelijk gestoorden toen al voor overlast in de steden. De sluiting van dit ziekenhuis staat symbool voor de veranderde opvattingen in de psychiatrie. Toverwoord In de jaren zeventig van de vorige eeuw kwam de anti-psychiatrie op en werden die duinen niet meer gezien als een heilzame omgeving, maar als gevangenis. Psychiatrische patiënten moesten niet worden weggestopt, maar juist terugkeren in de maatschappij. Overal in Nederland werden deze instellingen daarom gesloten en keerden de patiënten terug naar de stad, waar ze vaak verkommerden bij gebrek aan hulp. Het toverwoord was autonomie: iedereen moest over het eigen leven beslissen. Maar dat kan niet iedereen, zeker niet iemand die een psychose heeft of depressief is. Zodoende zwerven talloze daklozen, junkies, schizofrenen en andere dwaallichten door de grote steden, die voor overlast zorgen, troep maken en agressief zijn. De 'vermaatschappelijking’ van deze mensen was dus niet voor iedereen een uitkomst. Voor sommigen van hen is leven zonder de permanente opwinding, verleiding en stress van de grote stad veel beter. Maar volgens het zogeheten 'Amsterdamse Model’ zat dat er niet in. Er moest maar opvang komen in de stad. Nu, na twintig jaar, lijkt het erop dat de vermaatschappelijking is doorgeschoten en dat een terugkeer naar de rust van de natuur voor een grote groep patiënten heel goed zou zijn. Langzaam ontstaan er weer initiatieven, zoals van de Stichting Huisjes, om bepaalde groepen patiënten juist weer buiten de stad op te vangen. In Amsterdam is de geestelijke gezondheidszorg verdeeld over drie instanties, De Meren, Mentrum en de GGZ Buitenamstel. Schermerhorn zegt: 'Ik sta nog steeds wel achter het Amsterdams Model. Het mooie van de anti-psychiatrie is dat het mensen op voet van gelijkheid behandelt. We bouwen een heel bijzondere band met hen op. Maar het idee van vermaatschappelijking, van terugkeer in de maatschappij, was niet compleet. Er is nu eenmaal altijd een groep die dat niet redt. Niet iedereen knapt op, sommigen blijven ziek, een heel kleine groep reageert niet op medicatie.’ Zorgwekkende zorgmijders In de jaren tussen de sluiting van de grote ziekenhuizen en nu heeft de psychiatrie wel zicht gekregen op de verschillende categorieën patiënten. Er wordt nu gesproken van de zorgwekkende zorgmijders, die wel hulp nodig hebben maar niet willen; de verslaafde veelplegers die door hun verslaving in de criminaliteit belanden; de verslaafde dak- en thuislozen en degenen met een dubbele diagnose, die verslaafd zijn en een stoornis hebben. Eén ding hebben ze gemeen: het is moeilijk ze te behandelen. Alleen al in Amsterdam zijn volgens De Meren ongeveer twaalfhonderd zwervende geestelijk gestoorde patiënten, al noemt de Gemeente Amsterdam een aantal van driehonderd. Plannen genoeg bij de diverse instanties om klinieken binnen en buiten de steden te openen. Een kliniek voor de moeilijk behandelbare groep van oudere verslaafde daklozen met ernstige psychiatrische stoornissen in Drenthe. Niet per se omdat dat ver van de stad is en lekker rustig – al is dat geen nadeel – maar omdat de GGZ Drenthe de beste aanbieding had. Plannen om alle Amsterdamse dak- en thuislozen binnen nu en vier jaar een aanbieding te doen voor zorg en wonen, zodat die groep op termijn van straat is. Als ze de aanbieding accepteren. Een ziekenhuis voor langere periodes, een plan dat is opgezet door de gemeentes Amsterdam en Rotterdam en 120 bedden zou moeten gaan tellen. Ten slotte het plan van De Meren om een kliniek te beginnen voor mensen met meervoudige psychiatrische stoornissen en gedragsproblemen, die afhankelijk zijn van specialistische zorg. Groot probleem is dat deze zieke mensen zelf vaak helemaal niet zo overtuigd zijn van hun ziekte. Ze kunnen hun eigen situatie niet altijd goed beoordelen. 'Het komt zelden voor dat ze denken: hee, er is iets met mij aan de hand,’ zegt Schermerhorn. De Stichting Ypsilon, belangenbehartiger van psychiatrische patiënten, heeft zich altijd tegen de vermaatschappelijking gekeerd. 'Een deel van deze patiënten kan het zelfstandig leven aan, maar een grote groep verkommert,’ zegt woordvoerder Annemiek de Kruif. 'Die kunnen helemaal niet zelfstandig wonen, kwijnen weg en zitten maar te zitten. Er zijn projecten waarbij vijf schizofrenen bij elkaar in een doorzonwoning worden gezet, dat is helemaal geen goed idee. Het is al moeilijk voor vijf gezonde mensen om samen te wonen, laat staan voor vijf schizofrenen.’ Volgens Ypsilon heeft een op de honderd mensen een schizofrene aandoening en heeft 40 procent van hen regelmatige begeleiding en zorg nodig. Alle hapsnapbeslissingen van de afgelopen twintig jaar hebben niet tot verbetering geleid, hoe hard hulpverleners daar ook aan hebben gewerkt en hoe goed de bedoelingen ook zijn geweest, vindt de stichting die zich altijd heeft verzet tegen het autonomiedenken van de anti-psychiatrie. Weg uit de stad en terug naar de natuur dus. De Stichting Huisjes wil huizen bouwen op de terreinen van voormalige psychiatrische inrichtingen. Het moeten er 25.000 worden, voor die patiënten die het niet redden in de stad. Er staan er al een paar. In Boekel, Noord-Brabant, staat Huize Padua, 24 huizen gebouwd rond een hofje. Daar kunnen psychiatrische patiënten wonen, met zorg en aandacht binnen handbereik. Terug naar de duinen en de bossen, maar wel zelfstandig. Door Liesbeth Wytzes